woensdag 10 april 2013

Serieus aan de bak.

Door Jeroen.

Inschrijven voor Luik, ‘La Doyenne’ was waarschijnlijk het meest overmoedige besluit dat ik ooit genomen heb. En ook een van de beste. Van de acht maanden training die volgden op ons besluit in 2006 staan enkele momenten nog stevig in de geest gegrift.

De eerste training, bij het Leekster meer, waar we met een stevige tegenwind net 20 kilometer per uur haalden (en mee ook maar net boven de dertig kwamen). De dag dat ik ontdekte waarom andere fietsers zo makkelijk over wildroosters reden en ik dan een lekke band kreeg (stootlek was een mij onbekend begrip; ik dacht dat een bar of drie, vier een harde band was).
Leekstermeer


Maar vooral ook; prachtige tochten door het Groningen land. Vooral in het Noorden heb je vaak de weg vrijwel voor jezelf alleen, met alleen vogels en af en toe een haas of een paar reeën. Ik dacht altijd dat ik de omgeving van Groningen wel redelijk kende maar je ontdekt hem pas echt als er zo intensief in rondrijd.

Onze trainingscyclo; de Jan Jansen Classic in juni.


Ik was ontgoocheld te merken dat ik op ergens bij Velp echt even van de fiets moest omdat het me even te steil werd (in Groningen heb je alleen bruggen en terpen om op te oefenen en dat is toch echt iets heel anders). Tegelijk was het een geweldige ervaring om mijn eerste cyclo uit te rijden. En wat een geweldig klimmetje is die Italiaanse weg.

En toen kwam het echte werk, waarvoor we al die tijd getraind hadden: Luik-Bastenaken-Luik

La Redoute.
 
 
Het was een overweldigende ervaring. We hadden- in onze overmoed als mannen van middelbare leeftijd die denken dat ze nog jong zijn en door de ervaring van de Jan Jansen - uiteraard ingetekend voor de volle afstand. Iets anders was ondenkbaar. Maar het was zwaar. In de eerste klim na Luik kregen we direct de eerste van onze drie lekke banden (vandaag allemaal voor Mark). Terwijl we daar stonden te wisselen werden we opgeschrikt door een knal. Opkijkend zag ik nog net hoe het complete derailleur van iemands fiets afvloog.Welkom in de wereld van de echte cyclo’s, zeg maar.  Door de lekke banden reden we de hele dag aan de achterkant van het tijdschema; we haalden de controleposten net voordat de mensen daar de boel begonnen af te breken. Voordeel daarvan was dat we de complete restvoorraad aan proviand van de verzorgingsposten mochten verorberen. Mark ontdekte dat met name rijstpudding erg versterkend werkt. Ik lust dat niet.
Ondanks de zwaarte (en deels misschien daardoor) en ondanks dat ik verschillende keren moest lopen (zoals na de ervaring op de Jan Jansen te verwachten was) was het ook een prachtige tocht. Enigszins kwetsend voor mijn ego was wel dat Mark al die hellingen wel fietsend aankon.



Uiteindelijk kwamen we een paar minuten voor de officiële sluitingstijd binnen. Na tweehonderd en drieënveertig kilometer (ik had nog ergens een verkeerde afslag genomen waardoor we het officiële kilometrage met acht kilometer overschreden). Ik ben nooit zo kapot en zo blij en trots tegelijk geweest als op die prestatie. Alleen jammer dat het bier bij het hotel ondertussen op was.

Die avond bekenden Mark en ik elkaar dat we op de controlepost bij Baraque Fraiture allebei stiekem hoopten dat de ander zou voorstellen de ingekorte route te nemen. Ook zeiden we dat we dit nooit meer gingen doen.
De dag daarop begonnen we te praten over de volgende tocht. Het werd de Omloop het Volk in 2008.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten